Enkele Bossche straatnamen in de wijk Hinthamerpoort herinneren ons aan een stukje geschiedenis van de Franse Tijd in ’s-Hertogenbosch. Het gaat om het Generaal Daendelsplein, de Von Hobestraat, Von Rheinhabenstraat, Van Boelenstraat, Van Hoftenstraat, Westenburgerweg en Willem Hubertstraat.
De Von Hobestraat gezien in de richting van de Westenburgerweg en de IJzeren Vrouw. Anno 2014. Foto: Josephine Peren.
De Franse Tijd in Nederland duurde van 1795 tot 1813. Het grootste deel van ons huidige grondgebied werd een vazalstaat van Frankrijk. Vanaf 1810 werd het een onderdeel van het Eerste Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte. Zeeuws-Vlaanderen, grote delen van Limburg en ook de stad ’s-Hertogenbosch werden reeds in 1794 bij Frankrijk ingelijfd. Na de Franse Tijd werd op 20 november 1813 het Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden uitgeroepen door het zogenaamde Driemanschap. Dit drietal - bestaande uit Van Hogendorp, Van der Duyn van Maasdam en Van Limburg Stirum - bestuurde het huidige Nederland kortstondig aan het einde van de napoleontische periode. Willem Frederik van Oranje-Nassau werd op 21 september 1815 in Brussel ingehuldigd als eerste koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Patriottische veroveraar
Het noordelijk deel van de wijk Hinthamerpoort (‘Barten-Noord’) is in 2004/2005 vrijwel geheel gesloopt. Hier is een totaal nieuwe wijk verrezen, waarbij er nogal wat is veranderd aan de straatnamen. De namen van alle boomstraten (Populierenstraat, Lindenstraat, Beukenstraat, Eikenstraat en Dennenstraat) zijn verdwenen, net als de Ernst Casimirstraat en de Löwensteinstraat. Het nieuwe plein tussen de Van Boelenstraat (voormalige Lindenstraat) en de Van Hoftenstraat (voormalige Dennenstraat) heet sinds 1 november 2005 Generaal Daendelsplein.
Hendrik Willem Daendels (1762-1818) was een vurige patriot. Hij speelde een hoofdrol in vrijwel alle revolutionaire omwentelingen van de Frans-Bataafse tijd (1795-1813). Daendels vertrok naar Frankrijk waar hij in het revolutionaire leger snel carrière maakte. Bij het beleg in september 1794 en de capitulatie van ’s-Hertogenbosch op 9 oktober 1794 was Daendels de rechterhand van Pichegru. Met de inname van de stad begon voor ’s-Hertogenbosch de Franse overheersing.
Daendels was een sleutelfiguur in de landelijke staatsgrepen van januari en juni 1798. In 1807 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, in de rang van maarschalk van Holland. Hij realiseerde er belangrijke hervormingen in het koloniale bestuursapparaat. In 1812 trok hij onder Napoleon met diens Grande Armée op met de Russische Veldtocht. Koning Willem I zond Daendels eind 1815 naar Elmina op de Afrikaanse Goudkust, nu Ghana. Deze haven voor slaven was berucht vanwege zijn ‘slechte lucht’ (mal-aria). Mei 1818 overleed Daendels in Elmina aan de gele koorts.
Cavalerieofficier
De Von Hobestraat begint bij de Graafseweg en eindigt bij de Westenburgerweg. De naam Von Hobestraat werd op 28 februari 1921 per raadsbesluit vastgesteld. De straatnaam verwijst naar Karl von Hobe (1765 - 1822), een Pruisische officier die een belangrijke rol heeft gespeeld bij beleg en inname van Den Bosch in 1814. In heel Midden-Europa vonden tussen 1813 en 1815 verscheidene grote en kleinere veldslagen plaats tussen het Frankrijk van Napoleon en een bondgenootschap van enkele landen en vorstendommen, waaronder Pruisen, Oostenrijk, Rusland, Zweden en Engeland. Als beroepsofficier bij de cavalerie heeft Von Hobe aan enkele van die zogenaamde Vrijheidsoorlogen deelgenomen, onder andere aan de Volkerenslag bij Leipzig (16-19 oktober 1813). Bij deze strijd waren meer dan 600.000 soldaten betrokken en was daarmee de grootste veldslag in Europa vóór de Eerste Wereldoorlog. Na de door de coalitielegers gewonnen strijd, werden de terugtrekkende Franse legers overal in Europa achtervervolgd en verjaagd, ook in Nederland.
Franse bezetters verjaagd
Op 5 december 1813 verschenen voor de Bossche vestingmuren de eerste Pruisische verkenners, vergezeld door enkele kozakken. Deze ruiters waren afkomstig van twee regimenten Donsche Kozakken uit het Russische legerkorps van de generaal Winzingerode en toegevoegd aan de legermacht van de generaal Von Bülow. In het Bossche buitengebied kwam het tot korte, maar hevige gevechten tussen Franse verdedigers en Pruisische aanvallers. Op 9 december 1813 liet de Franse vestingcommandant Moulé de la Raitrie geschut plaatsen aan de Vughter- en Hinthamerpoort. De zogeheten Roode Brug bij Fort Isabella, gelegen in de straatweg tussen Den Bosch en Vught, werd afgebroken. Op 26 januari 2014 lanceerden Pruisische troepen, ondersteund door een eskadron Donsche Kozakken, om 04.00 uur een grote aanval op ’s-Hertogenbosch. Geholpen door Bossche burgers en Vughtenaren werden de wachten aan de Hinthamer- en Vughterpoort overmeesterd en de poorten werden geopend. Door deze hulp van de burgers konden de Pruisische troepen snel oprukken. Zij hoefden pas in actie te komen, toen zij de stad binnendrongen. Na enkele schermutselingen konden ze de stad reeds na korte tijd innemen. Het Franse garnizoen trok zich terug op de Citadel, maar capituleerde nog dezelfde middag. Aan officieren en veteranen werd vrije uittocht verleend, het overige deel van de bezettingstroepen werd krijgsgevangen gemaakt. Voor beleg en inname van ’s-Hertogenbosch werd Von Hobe benoemd tot ridder in de Orde Pour le Mérite met Eikenloof, de hoogste Pruisische onderscheiding voor betoonde dapperheid.
Militair parlementair
De Von Rheinhabenstraat begint bij de Van Hoftenstraat en eindigt bij de Von Hobestraat. De naam Von Rheinhabenstraat werd op 28 februari 1921 per raadsbesluit vastgesteld. Deze straatnaam verwijst naar de Pruisische cavalerieofficier Von Rheinhaben, die bij het beleg en de inname van de stad ’s-Hertogenbosch een belangrijke rol speelde. Na de Volkerenslag van Leipzig werden de terugtrekkende Franse legerkorpsen achtervolgd en weggejaagd. Eind 1813 was het door een Frans garnizoen bezet ’s-Hertogenbosch aan de beurt. Vanaf ongeveer medio december 1813 zag ’s-Hertogenbosch zich langzaam maar zeker in een ijzeren omsingeling geplaatst. De Pruisische en Russische belegeraars stonden onder bevel van de brigadegeneraal Von Hobe. Een van diens adjudanten was de ritmeester der cavalerie en ‘aide de camp’ (= veldadjudant) Von Rheinhaben. Op 8 januari 1814 verscheen commandant Von Hobe om 11.00 uur voor de Hinthamerpoort en presenteerde zich als ‘eerste parlementair’. Een parlementair is een persoon die in oorlogstijd naar de vijand gaat om te onderhandelen over wapenstilstand of overgave. Von Hobe werd echter niet in de stad toegelaten. Die eer werd toebedeeld aan zijn adjudant Von Rheinhaben. Volgens krijgsgebruik werd Von Rheinhaben geblinddoekt de stad doorgevoerd en naar de woning van de Franse commandant gebracht. De onderhandelingen met de kolonel Moulé de la Raitrie, bevelvoerder van de Franse bezettingstroepen, duurden niet lang: de garnizoenscommandant weigerde zich over te geven. Von Rheinhaben werd met alle krijgseer naar buiten de stadspoort geleid. De dag erop verscheen Von Rheinhaben nogmaals voor de Hinthamerpoort. Nu werden de onderhandelingen met de Franse commandant bij de poort gevoerd: het resultaat was weer een weigering tot overgave. Enkele dagen later kwam Von Rheinhaben voor de derde, en nu de laatste keer, onderhandelen, met wederom de uitkomst: geen capitulatie. In de nacht van 26 januari 1814 vielen de Pruisische en Russische troepen ’s-Hertogenbosch aan.
Veldwachter en smokkelaar
De Van Boelenstraat begint bij het Muntelbolwerk en eindigt bij de Van Hoftenstraat. De Van Boelenstraat is de voormalige Lindenstraat. De huisnummering van de nieuwe straat verloopt ietwat merkwaardig: die begint bij de nummers 3 en 5, springt in een keer over naar 20 en eindigt, zonder verdere oneven nummers, bij 38.
Tijdens de belegering van ‘s-Hertogenbosch door Pruisische en Russische troepen werden zij vanuit de stad geholpen door ‘Bossche samenzweerders’. Een belangrijke rol hierbij speelde de Vughtse veldwachter Jan van Boelen. Als voormalige smokkelaar van zout naar Den Bosch was hij goed op de hoogte van onbekende toegangswegen in de vesting. Van Boelen loodste Pruisische troepen over heimelijke paden de stad in.
Moed en vaderlandsliefde
De Van Hoftenstraat begint bij de Graafseweg en eindigt bij de Westenburgerweg. De naam Van Hoftenstraat verwijst naar Adrianus van Hoften. Ook hij was een van de Bosschenaren, die begin 1814 een rol hadden gespeeld bij de bevrijding van onze stad van de toenmalige Franse bezetters. Met een bijl had Van Hoften de touwen van de valbrug van de vroegere toegangspoort van de stad, de Hinthamerpoort, doorgehakt. De Pruisische troepen konden daardoor de stad aan de noordoostkant binnentrekken. Aan de zuidkant had de Vughtse veldwachter en vroegere zoutsmokkelaar Jan van Boelen de Pruisische troepen de stad weten binnen te smokkelen. De Franse troepen werden teruggedrongen, zochten hun toevlucht nog op de Citadel, maar werden diezelfde dag via Orthen voorgoed verjaagd.
Leider met vaderlandsliefde
De Willem Hubertstraat werd bij raadsbesluit van 28 februari 1921 vastgesteld. De straat loopt sinds 2005 tussen de Graafseweg en de Van Boelenstraat. Willem Hubert was de leider van de Bossche ‘samenzweerders’, een groep burgers die in de stad actief bezig was tegen de Franse bezetters. Via boodschappers had Hubert contacten met Von Hobe, de Pruisische legeraanvoerder. Von Hobe was daardoor goed op de hoogte van wat er binnen de stad gebeurde en wat de sterkte van het Franse garnizoen was. In de nacht van 26 januari 1814 vielen de Pruisen aan, de Bossche samenzweerders hielpen hen vanuit de stad. Onder meer door het overmeesteren van de wachten bij Hinthamer- en Vughterpoort en het openen van de poorten.
Een trouwe boodschapper
De Westenburgerweg begint bij het Muntelbolwerk en eindigt bij de Van Grobbendoncklaan. De naam Westenburgerweg werd op 28 februari 1921 per raadsbesluit ingesteld. Deze straatnaam verwijst naar Carel Westenburger. Enkele keren was het Westenburger gelukt de stad uit te sluipen om zich te melden bij de Pruisische troepen, die ’s-Hertogenbosch hadden omsingeld. Op 16 januari 1814 was het hem weer gelukt om met een andere boodschapper, Johannes Fack, een brief te bezorgen bij de commandant der Pruisische troepen, Von Hobe. In die brief vroeg de leider van de Bossche ‘samenzweerders’, Willem Hubert, wanneer de burgers een aanval van de Pruisen konden verwachten. Twee dagen later kwamen de twee boodschappers weer terug in de stad. Von Hobe antwoordde per schrijven dat hij bereidwillig was om snel met een offensief te kunnen en willen beginnen. Hij verzocht de aanvoerder der samenzweerders naar hem toe te komen, teneinde Von Hobe alle nodige inlichtingen te geven om samen een aanvalsplan te regelen. Voorgesteld werd alle gevraagde inlichtingen met een daarop berustend aanvalsplan op schrift te stellen en die bij Von Hobe te bezorgen. Op zondagavond 23 januari 1814 nam Carel Westenburger afscheid van vrouw en kinderen, vrienden en ‘zaamverbondenen’. Daags daarna werd door de belegeraars het teken gegeven, dat alle plannen waren goedgekeurd. In de nacht van 26 januari 1814 om 4.00 uur werd de aanval ingezet. De Franse bezettingstroepen capituleerden nog dezelfde middag.
‘Belooningsmedaille’
Bij Koninklijk Besluit van 23 september 1814 kregen 42 Bosschenaren voor hun hulp bij het verdrijven van de Franse troepen de ‘Belooningsmedaille Voor Moed en Vaderlandsliefde’. Adrianus van Hoften, Willem Hubert en Carel Westenburger hoorden daarbij. De penning is een ronde, zilveren medaille met een middellijn van 40 mm. De voorzijde vertoont het opschrift “VOOR / MOED / EN / VADERLANDSLIEFDE”. De keerzijde heeft de tekst: “SHERTOGENBOSCH / 26 JAN 1814”, waarboven ingegraveerd de naam van de decorandus. De eerste gouverneur van de nieuwe provincie Noord-Brabant, Karel Gerard Hultman, deelde de medailles uit.
| 57 |